Zorgplicht in de online kansspelmarkt: lessen uit het sanctiebesluit tegen Betent (BetCity)
Op 28 oktober 2025 publiceerde de Kansspelautoriteit (Ksa) een sanctiebesluit (en beslissing op bezwaar) waarin aan Betent B.V. – bekend onder de handelsnaam BetCity – een bestuurlijke boete van € 2.650.000,- werd opgelegd. De aanleiding: ernstige en structurele schendingen van de zorgplicht ten aanzien van tien jongvolwassen spelers. Dit besluit is niet alleen van belang voor Betent zelf, maar biedt ook waardevolle inzichten voor andere vergunninghouders op de Nederlandse online kansspelmarkt.
In deze blog analyseren we de belangrijkste onderdelen van het sanctiebesluit en lichten we een juridisch element uit dat cruciaal is voor compliance: de invulling van de zorgplicht onder artikel 4a van de Wet op de kansspelen (Wok)en de interpretatie daarvan door de toezichthouder.
Wat is er aan de hand?
De Ksa concludeerde dat Betent tussen 8 oktober 2021 en 30 maart 2023 haar zorgplicht ernstig heeft verzaakt bij tien jongvolwassen spelers. Deze spelers stortten gezamenlijk ruim € 500.000,- netto, zonder dat Betent tijdig of adequaat ingreep. De toezichthouder stelde vast dat Betent:
- Geen tijdige of inhoudelijk toereikende analyses uitvoerde van het speelgedrag (artikel 15 Bwrvk);
 - Geen passende interventiemaatregelen trof (artikel 18 Bwrvk en artikel 19 Rwrvk);
 - Geen persoonlijk onderhoud voerde bij een redelijk vermoeden van onmatige deelname (artikel 31m, tweede lid, Wok en artikel 18, tweede en derde lid, Bwrvk).
 
De ernst van de overtredingen werd versterkt door het feit dat het ging om jongvolwassenen – een kwetsbare doelgroep waarvoor extra bescherming geldt op grond van artikel 12, onder h, van de Rwrvk.
Analyse van de kernonderdelen van het sanctiebesluit
1. Onvoldoende analyses van speelgedrag
De Ksa stelt vast dat Betent de analyses van het speelgedrag van de tien spelers te laat uitvoerde en dat deze inhoudelijk tekortschoten. Zo werd bij speler 9 pas in juli 2022 een analyse uitgevoerd, terwijl al in november 2021 signalen van onmatig speelgedrag zichtbaar waren, zoals een storting van ruim € 1.000,-. Andere signalen – zoals het gebruik van meerdere bankrekeningen, nachtelijke stortingen en het storten op krediet – werden niet of onvoldoende meegenomen in de analyses.
De toezichthouder benadrukt dat artikel 15 van het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen (Bwrvk) vereist dat analyses gericht zijn op de vroegtijdige onderkenning van signalen van onmatige deelname. Betent voldeed hier niet aan.
NB: Sinds de inwerkingtreding van de Beleidsregels verantwoord spelen 2024 is de invulling van artikel 15 Bwrvk aanzienlijk aangescherpt. Analyses van speelgedrag moeten sindsdien niet alleen tijdig en systematisch plaatsvinden, maar ook expliciet rekening houden met signalen zoals hoge stortingen, gebruik van meerdere betaalmethoden en nachtelijk speelgedrag. Deze signalen zijn nu concreet benoemd als risicofactoren, waardoor reeds minder ruimte voor interpretatie bestaat. Het opmerken van signalen van onmatig speelgedrag moet bovendien binnen 1 uur plaatsvinden, vervolgens moet (uiterlijk) binnen 1 uur daarna worden ingegrepen (indien nodig).
2. Geen passende interventiemaatregelen
Betent stuurde in sommige gevallen e-mails waarin spelers werden gewezen op hun limieten of werd gevraagd om limieten in te stellen. De Ksa oordeelt dat deze maatregelen veel te laat kwamen en niet passend waren gelet op de ernst van het speelgedrag. Zo had speler 9 op het moment van de eerste interventie al ruim € 23.000,- gestort. De toezichthouder stelt dat Betent eerder had moeten escaleren naar zwaardere maatregelen, zoals:
- Het instellen van een stortingslimiet;
 - Het blokkeren van het account tot nader onderzoek;
 - Het voeren van een persoonlijk gesprek.
 
Pas nadat spelers tienduizenden euro’s hadden verloren, stelde Betent in enkele gevallen een maandelijkse stortingslimiet in van € 450,-. De Ksa acht dit veel te laat en niet meer passend, zeker omdat sommige spelers op dat moment al niet meer actief waren.
3. Geen persoonlijk onderhoud
Een cruciaal onderdeel van de zorgplicht is het voeren van een persoonlijk onderhoud bij een redelijk vermoeden van onmatige deelname. Betent heeft dit nagelaten. De Ksa stelt dat al sinds juli 2022 sprake was van ernstige signalen die in onderlinge samenhang hadden moeten leiden tot een dergelijk vermoeden. Communicatie per e-mail of telefoon werd door de toezichthouder niet als voldoende beschouwd.
4. Omzetgerelateerde boete
 Opvallend aan het sanctiebesluit is dat de Kansspelautoriteit voor het eerst gebruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid om een boete te baseren op de omzet van een vergunde kansspelaanbieder. Die bevoegdheid kent de Kansspelautoriteit op grond van artikel 35a, tweede lid, van de Wet op de kansspelen (Wok) en was voorheen alleen zichtbaar in boetebesluiten gericht aan onverdund kansspelaanbod. Met de komst van het Algemene boetebeleid van de Kansspelautoriteit heeft Kansspelautoriteit meer invulling gegeven aan haar eigen bevoegdheid. In het geval van Betent bedroeg de omzet in 2024 ruim € 177 miljoen. De opgelegde boete van € 2.650.000,- komt daarmee neer op ongeveer 1,5% van de jaaromzet. Deze keuze onderstreept de ernst van de overtreding en markeert een nieuwe fase in de handhavingspraktijk van de toezichthouder.
Juridisch element: artikel 31m lid 2 Wok
Artikel 31m lid 2 van de Wok verplicht vergunninghouders om bij een redelijk vermoeden van onmatige deelnameof kansspelverslaving een persoonlijk onderhoud met de speler te voeren. Dit onderhoud moet gericht zijn op:
- Het wijzen op het speelgedrag en de gevaren van verslaving;
 - Het adviseren over hulpverlening en het beperken van deelname;
 - Het onderzoeken van mogelijke schade aan de speler of diens naasten, inclusief financiële, sociale en gezondheidsaspecten.
 
De Ksa stelt vast dat Betent deze verplichting structureel heeft geschonden. In geen van de onderzochte gevallen is een persoonlijk onderhoud gevoerd, terwijl er evident sprake was van een redelijk vermoeden van onmatige deelname. De analyses van Betent waren bovendien inhoudelijk onvoldoende en niet gericht op vroegtijdige signalering, zoals vereist in artikel 15 Bwrvk.
Bezwaar van Betent en de beslissing op bezwaar van de Kansspelautoriteit
Na het opleggen van de boete van € 2.650.000,- diende Betent B.V. bezwaar in tegen het sanctiebesluit van de Kansspelautoriteit. Betent stelde dat het besluit onrechtmatig was en voerde aan dat zij wél passende interventiemaatregelen had getroffen, dat zij de verplichting tot het voeren van een persoonlijk onderhoud niet had geschonden, en dat de boete onevenredig was gelet op alternatieve handhavingsmogelijkheden. Ook betoogde Betent dat de regelgeving ten tijde van de overtredingsperiode onvoldoende duidelijk was en dat latere aanscherpingen niet met terugwerkende kracht mochten worden toegepast.
De Adviescommissie bezwaarschriften oordeelde echter anders. In haar advies van 30 juli 2025, dat integraal is overgenomen door de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit, werd het bezwaar ongegrond verklaard. De commissie stelde vast dat Betent in alle tien onderzochte spelersdossiers de zorgplicht evident had geschonden. De interventies waren te laat en onvoldoende, en er was geen enkel persoonlijk onderhoud gevoerd, ondanks duidelijke signalen van onmatige deelname. De commissie benadrukte dat open normen in de regelgeving geen vrijbrief zijn voor nalatigheid en dat Betent als professionele vergunninghouder geacht wordt deze normen deskundig en proactief toe te passen.
De beslissing onderstreept dat de Kansspelautoriteit streng toeziet op de naleving van de zorgplicht, ook wanneer deze deels uit open normen bestaat. Voor andere vergunninghouders is dit een belangrijk signaal: het niet tijdig en adequaat reageren op risicovol speelgedrag, zeker bij jongvolwassenen, kan leiden tot zware sancties, ongeacht vermeende onduidelijkheid in de regelgeving.
Advies aan andere vergunninghouders
Voor andere aanbieders van online kansspelen is dit sanctiebesluit een belangrijke waarschuwing. De Ksa hanteert een strikte interpretatie van artikel 31m lid 2 Wok: zodra er signalen zijn van onmatige deelname, moet worden ingegrepen. Het niet voeren van een persoonlijk onderhoud, of het vervangen ervan door generieke e-mails, wordt niet geaccepteerd.
Aanbieders doen er goed aan om hun interne processen en systemen zodanig in te richten dat:
- Risicovol speelgedrag tijdig en systematisch wordt gesignaleerd;
 - Interventiemaatregelen proportioneel en afgestemd zijn op het profiel van de speler (zoals leeftijd, speelgedrag en eerdere interventies);
 - Persoonlijke onderhoudsgesprekken daadwerkelijk plaatsvinden en worden geregistreerd conform artikel 20 Rwrvk.
 
Met de komst van de Beleidsregel verantwoord spelen en de Regeling speellimieten en bewuster speelgedrag is op dit vlak tussentijds natuurlijk al het nodige veranderd om signalen van onmatig speelgedrag vroegtijdig te onderkennen en daarop in te grijpen. Ervan uitgaande dat aanbieders zich daaraan reeds strikt conformeren, zal de nadruk met name op de (conformiteit van) interne processen, verantwoording en verslaglegging komen te liggen. Daarbij speelt enerzijds de vraag of wet- en regelgeving juist is vertaald naar beleid en anderzijds of de operationele compliance zich ook daadwerkelijk conformeert aan dit beleid (met onderliggende werkinstructies).
Reden te meer dus om de operatie en het verslavingspreventiebeleid (nog eens) te herzien en te toetsen aan de actuele interpretatie van de zorgplicht door de Ksa. Loop voor je verslaglegging in ieder geval de artikelen 20 en 21 van de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie Kansspelen even na.
Conclusie
Het sanctiebesluit tegen Betent B.V. is een precedentstellende maatregel die de lat voor zorgplicht en verslavingspreventie in de kansspelmarkt wederom verder inkleurt. Verder laat het sanctiebesluit zien dat de Kansspelautoriteit het niet schuwt om omzetgerelateerde boetes op te leggen aan vergunde aanbieders van kansspelen op afstand.  Vergunninghouders die hun zorgplicht niet serieus nemen, lopen het daardoor grote handhavingsrisico’s.
